Newfoundland & Labrador
Mist en ijsbergen zijn de eerste gedachten die opkomen bij de namen Newfoundland en Labrador. Maar deze relatief onbekende gebieden hebben veel meer in petto: grote natuurgebieden, Vikinghistorie, geologische fenomenen, duizenden jaren oude indianen- en Inuitcultuur, Ierse, Franse en Baskische tradities en natuurlijk in de zomer WALVISSEN en in de herfst het noorderlicht. Sinds 2008 is het natuurgebied Torngat Mountains in het noorden van Labrador voor toeristisch bezoek opengesteld. Een uniek stukje Labrador dat is opgenomen in een aantal van onze reizen.
Reismogelijkheden
Newfoundland en het zuiden van Labrador lenen zich in voorjaar, zomer en herfst (Indian summer) uitstekend voor een fly-drive. Goede wegen, hotelletjes, pensions en B&B geven u de vrijheid om dit mooie en pure land in eigen tempo te ontdekken. In Gros Morne NP en Terra Nova NP en in St. John's zijn gemarkeerde wandelingen uitgezet.
Voor mensen die liever niet zelf rijden is er de mogelijkheid om per bus of per schip het eiland te verkennen. Op deze site vindt u enkele voorbeelden. Combinaties en/of verlengingen zijn uiteraard mogelijk.
Tot voor kort waren de meeste nederzettingen in Labrador uitsluitend te bereiken met de kustboot Northern Ranger of per vliegtuig. In oktober 2002 is de weg van Redbay naar Cartwright geopend. Hierdoor zijn er meer plaatsen met de auto te bereiken en is de kustboot gestopt met reizen voor toeristische doeleinden.
Vlieginformatie
In de zomer bieden o.a. KLM en Air Canada vrijwel dagelijkse vluchten via Toronto naar St. John’s NFL en terug.
Algemene reisinformatie Newfoundland & Labrador
De provincie Newfoundland bestaat uit het eiland Newfoundland en de noordelijke kuststrook Labrador.
Het eiland Newfoundland is ca. drie keer zo groot als Nederland en heeft maar ca. 575.000 inwoners, waarvan meer dan de helft in de hoofdstad St. John's en directe omgeving woont. Men spreekt hier Engels met een sterk Iers accent. Voor de zuidkust liggen de eilanden St. Pierre en Miquelon, die tot Frankrijk behoren. Hier spreekt men Frans en betaalt men met euro's.
Er is een goed wegennet met ferryverbindingen naar o.a. Labrador, Nova Scotia, Quebec en New Brunswick.
Labrador is ca. acht keer zo groot als Nederland en heeft nog geen 30.000 inwoners, waarvan er 18.000 in de steden Happy Valley-Goose Bay en Labrador-City wonen. Met kleine vliegtuigjes zijn de noordelijke dorpjes te bereiken, daar buiten is er alleen een indrukwekkende, ruige en onherbergzame natuur. De kust wordt gevormd door wisselend diepe fjorden en scheren. Het noordelijke deel draagt de naam Torngat Mountains en is voor de Inuit een heilig gebied.
Klimaat
Het eiland Newfoundland heeft een zeeklimaat met aangenaam warme zomers (juli en augustus, ca. 25°C) en milde winters (januari en februari, ca. -5°C). Wind vanaf zee zorgt voor snel wisselende weersomstandigheden.
Labrador daarentegen heeft een landklimaat, met onverwacht warme zomers (temperaturen tot 30°C zijn niet ongewoon) en winters waarbij de temperatuur tot ver onder het vriespunt daalt. In de winter is het landschap dan ook vaak met een dikke laag sneeuw bedekt.
Fauna
In zowel Newfoundland als Labrador komen elanden, kariboes, prairiewolven, zwarte beren en bevers voor. Langs de kust zijn honderden eilanden waar Jan-van-genten, Atlantische papegaaiduikers, Alken en Drieteenmeeuwen zeevogels in grote kolonies broeden. Zee- en Visarenden komen hier ook in redelijke aantallen voor.
De wateren rondom Newfoundland en voor de kust van Labrador zijn het foerageergebied van Bultruggen, Dwergvinvissen, Noordkapers, Blauwe vinvissen, Orka's, Dallbruinvissen en diverse soorten zeehonden en dolfijnen.
Flora
De flora van Newfoundland vertoont een zeer grote diversiteit. Van dichte oerbossen tot Arctische toendra's en van droog grasland tot sompige moerassen. De nationale bloem is de Pitcherplant (Bekerplant), een insectenvangende moerasplant.
Er komen op Newfoundland meer dan 30 soorten orchideeën voor, die voornamelijk in mei en juni bloeien.
Historie
Al heel vroeg in de menselijke geschiedenis werd Newfoundland bewoond. Verspreid over de provincie zijn overblijfselen gevonden van zeer oude indianen- en Inuitculturen die tot wel 9000 jaar oud zijn. De bekendste vindplaatsen zijn: Port au Choix, Gros Morne NP en Terra Nova NP.
In L'Anse aux Meadows zijn de sporen gevonden van een relatief kortstondig verblijf van Noormannen (Vikingen). Op grond van de 1000 jaar oude vondsten heeft men hier een aantal woningen nagebouwd.
Na de ontdekking van Newfoundland in 1497 door de Brit John Cabot, arriveerden Ierse, Franse en Baskische vissers en walvisvaarders, die zich er uiteindelijk ook vestigden. In veel dorpen en steden staan nog enkele huizen uit die tijd. De dorpen Twillingate en Bonavista lijken zo uit boeken van Charles Dickens te komen. De kleurrijke huizen geven deze dorpjes een vrolijk aanzicht. In de haventjes liggen de voor deze streek zo typische vissersschepen.
In Labrador wonen in kleine gemeenschappen nog Inuit. Hier zijn oude tradities nog bewaard gebleven. Verder naar het noorden zijn er verschillende verlaten plaatsen waar Hernhutterzendelingen missieposten hadden opgezet. Door armoede en uitbraak van ziekten zijn veel Inuit naar de zuidelijkere plaatsen, alleen in het uiterste noorden wordt Nain nog bewoond.
Het in 2008 opengestelde Torngat Mountains NP was en is nu nog steeds voor de Inuit een heilige plaats.